Europese samenwerking om van best practices de standaard te maken
Hoe zorgen we ervoor dat medisch beeldvormings- en bestralingsdeskundigen (MBB’ers) en dosisplanners in protonencentra in Europa het eens worden over de beste manier van werken (best practices), zodat deze werkwijzen overal gebruikt gaan worden en patiënten de beste protonentherapie krijgen die er op dat moment is?
Het is het doel van het Europese onderzoeksproject Towards a sustainable RTT Network (TaSeRnet), waarin HollandPTC samenwerkt met hogeschool InHolland, de Technische Universität Dresden, Aarhus University en Wielkopolskie centrum onkologii. Een project van 3 jaar waarin de verschillende partners onderdelen voor hun rekening nemen. HollandPTC startte het project met het organiseren van een internationale workshop en een Delphi studie om verschillende best practices vast te stellen; wat vinden MBB’ers de beste manier van werken?
Advanced practitioners Jenneke Jacobs en Eva van Weerd werken vanuit HollandPTC aan het project.
Jenneke vertelt: “Het was een druk en mooi jaar. Een paar maanden nadat we hoorden dat de subsidie was toegekend, ontvingen we de deelnemers al voor de 2-daagse workshop. En dit jaar presenteerden we op het congres van de European Society for Radiotherapy and Oncology (ESTRO) de eerste resultaten van de Delphi studie.”
Best practices in kaart voor betere protonentherapie
Aan de hand van een van de best practices legt Jenneke uit wat ze precies gedaan hebben. “Het doel van TaSeRnet is om voor verschillende stappen in het werk van een MBB’er het eens te worden welke manier van werken het beste is. Vooraf waren 7 workflows, stappen in de behandeling van de patiënt waarbij de MBB’er hoofdzakelijk betrokken is, al vastgelegd. We hebben per stap aan een groep MBB’ers uit Europa gevraagd of ze verwachten dat voor deze stap best practices vastgesteld kunnen worden, maar ook hoe belangrijk het is als dit gebeurt.”
Een van de mogelijke best practices is het intekenen van risico organen. Voordat een bestralingsplan gemaakt wordt, worden op de CT scan van een patiënt de organen aangegeven die in of vlakbij het te bestralen gebied liggen. “Dit doen we om ervoor te kunnen zorgen dat deze organen zo min mogelijk straling krijgen. Uit de vragenlijst bleek dat de MBB’ers verwachtten dat hier een best practice uit zou komen en zij vonden het belangrijk dat dit gebeurt. We hebben het intekenen van organen dus als onderwerp besproken tijdens de workshop.”

Internationaal onderzoek naar de beste manier van werken voor MBB’ers
“Tijdens de workshop discussieerden de deelnemers over de mogelijke best practices en gaven aan welke zij het belangrijkst vonden. Het intekenen van risico organen werd belangrijk gevonden en dus was dit een van de onderwerpen voor de Delphi studie. Bij een Delphi-studie, genoemd naar het orakel van Delphi, vraag je in meerdere rondes de mening van experts. Na iedere ronde verwerk je de meningen en pas je waar nodig je bewering aan, om het op deze manier eens te worden.
We zijn gestart met de bewering dat alleen een radiotherapeut organen zou mogen intekenen, en dat dit dus niet door een MBB’er of dosisplanner gedaan mag worden. Daar waren veel experts het niet mee eens, maar er was ook onduidelijkheid over de bewering. In de 2 volgende rondes hebben we de bewering aangepast naar dat MBB’ers en dosisplanners wel organen mogen intekenen, als dit wordt gecontroleerd door een radiotherapeut. Uiteindelijk was 74% van de experts het er mee eens en dit betekent dat we consensus op deze best practice hebben bereikt.”
“Het volgende onderdeel in het TaSeRnet project is dat de best practices verder uitgewerkt worden in concretere richtlijnen. Tegelijkertijd is een uitwisselingsprogramma gestart en gaan MBB’ers uit verschillende landen bij elkaar op bezoek, om mee te kijken en te leren van elkaar. Maar ook om de vastgestelde best practices te testen en desnoods bij te stellen. TaSeRnet is een bijzonder project, voor het eerst is er op deze schaal een Europese samenwerking rondom richtlijnen van het werk van MBB’ers.”
